Informatie over voetbescherming

Bron: Arbo-Online.nl
Link: https://www.arbo-online.nl/persoonlijke-beschermingsmiddelen/voetbescherming/algemeen


Goed schoeisel beschermt de voeten en zo nodig ook de onderbenen. Daarnaast voorkomen en verminderen goede schoenen klachten aan schouders, nek, heupen, knieën en rug. Voor professioneel gebruik zijn er veiligheidsschoenen, beschermingsschoenen en werkschoenen.

Schoenen voor professioneel gebruik zijn onder te verdelen naar samenstelling, model en beschermingsgraad.
Samenstelling: Gemaakt van leer of soortgelijke materialen (code I) of gemaakt van rubber of synthetisch materiaal (polymeer) (code II).
Model: Lage schoen (type A), halfhoge schoen (type B), korte laars (type C), knielaars (type D), laars tot dijhoogte (lieslaars) (type E).
Naar beschermingsgraad:
 - Veiligheidsschoeisel: met een veiligheidsneus die een impact van 200 joule kan weerstaan. 200 joule staat gelijk aan een gewicht van 20 kilo dat naar beneden valt vanaf een hoogte van 1 meter. (SB, S1, S2, S3 en S4 en S5)
 - Beschermingsschoeisel: met een veiligheidsneus die een impact van 100 joule kan weerstaan. Dat staat gelijk aan een gewicht van 10 kilo dat naar beneden valt vanaf een hoogte van 1 meter. (PB, P1, P2, P3 en P4 en P5)
 - Werkschoeisel: schoeisel voor professioneel gebruik zonder beschermneus, eventueel wel met een ondoordringbare tussenzool. (O1, O2, O3 en O4 en O5)

> LEES OOK: Goede veiligheidsschoenen, gezond fundament


Schoenen voor professioneel gebruik hebben een normering:
SB: veiligheidsschoenen met een beschermneus die is getest op een impact van 200 joule.
S1: gelijk aan SB + antistatische eigenschappen + energieabsorberende hak + gesloten hiel.
S1P: gelijk aan S1 + ondoordringbare tussenzool (antiperforatie).
S2: gelijk aan S1 + waterafstotend en waterabsorberend bovenmateriaal.
S3: gelijk aan S2 + ondoordringbare tussenzool (antiperforatie).
S4: werklaarzen met composiet of stalen veiligheidsneus, gemaakt van waterdichte materialen zoals rubber of kunststof.
S5: gelijk aan S4 + antiperforatie veiligheidszool van staal of kevlar.

Er zijn naast deze S-codes ook nog specifieke symbolen om extra eigenschappen van het schoeisel aan te geven:
P: ondoordringbare tussenzool.
A: antistatische eigenschappen.
C: geleidende eigenschappen.
HI: warmte-isolatie.
CI: koude-isolatie.
E: energie-absorberende hak.
WRU: waterdichte schacht (geldt alleen voor leren schoenen).
HRO: hittebestendige zool.
ORO: oliebestendige zool (optie voor werkschoenen).

> LEES OOK: 5 tips voor top veiligheidsschoenen


- Voet- en beenbeschermingsmiddelen moeten CE-gecertificeerd zijn. De norm waaronder ze getest zijn, moet daarbij vermeld staan.
- Elke schoen moet voorzien zijn van de maat, het kenmerk van de fabrikant, de naam van het model, de productiedatum, het land van fabricage, de norm waaraan ze voldoen en de behaalde categorieën. Al deze merkjes moeten duidelijk en onuitwisbaar zijn zolang de schoenen meegaan.
- Goed onderhoud verlengt de levensduur van veiligheidsschoenen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan regelmatig schoonmaken, bij sommige materialen invetten, vervangen van de veters en repareren van de stiknaden.
- Mensen met ernstige zweetvoeten doen er goed aan regelmatig sokken te wisselen, de voeten te wassen en zweetabsorberende losse binnenzolen te dragen. Aanbevolen wordt deze medewerkers twee paar veiligheidsschoenen te verstrekken, zodat ze dagelijks schoenen kunnen wisselen.
- Schoenen met de hoogste classificatie bieden de beste bescherming. De extra’s kunnen wel ten koste gaan van het draagcomfort. Ook zijn ze meestal duurder. Kijk dus goed wat nodig is.
- Voor werken in een omgeving met (statische) elektriciteit is antistatisch, geleidend, dissipatief en isolerend schoeisel verkrijgbaar. Ook bestaan er speciale ESD-schoenen.
- Werkschoenen moeten een goede pasvorm hebben om fysieke klachten te voorkomen. De pasvorm van veiligheidsschoenen is zo ontwikkeld dat veel mensen ze probleemloos kunnen dragen. Variaties in wijdte en breedte helpen daarbij, net als de symmetrische en de asymmetrische leest. Ook de sluiting van de schoen is belangrijk voor de pasvorm op de wreef.
- Bij de productie van veiligheidsschoenen worden twee leersoorten gebruik. Het leer van S1-schoenen is goedkoper, minder sterk en met een slechtere vochthuishouding dan het leer van S2-schoenen. Schoenen met beschermingsgraad S1 zijn niet geschikt voor gebruik in vochtige omstandigheden.
- Veiligheidsschoenen moeten voorzien zijn van een stevige beschermneus. Meestal is die van staal, maar hij mag ook van aluminium of kunststof zijn. Voordeel van aluminium en kunststof is dat ze niet worden gedetecteerd bij poortjes op bijvoorbeeld luchthavens en in gevangenissen.
- De binnenzool bepaalt in hoge mate het comfort van de schoen. Leren binnenzolen hebben een goede absorberende werking.
- De losse inlegzool is een belangrijk onderdeel van elke veiligheidsschoen. Deze halve of hele inlegzool zorgt voor extra ondersteuning van de voet en daarnaast voor een goede vochtregulatie, schokdemping en drukverdeling. Wel kunnen inlegzolen het beschermingsniveau van veiligheidsschoeisel nadelig beïnvloeden, met name bij antistatische of geleidende schoenen.
- De cambreur voorkomt het doorzakken van de schoen. De betere schoen is voorzien van een stevige, soms stalen, houten of kunststof versie. In goedkopere schoenen worden lichtere materialen gebruikt of wordt de cambreur zelfs weggelaten. Dat is slecht voor de afwikkeling van de voet.
- Veiligheidsschoenen met een stalen tussenzool beschermen tegen scherpe voorwerpen. Er bestaan ook tussenzolen van kevlar. Dat is ook heel stevig materiaal, maar wel soepeler, lichter en beter isolerend.
- De contrefort zorgt voor de stevigheid van de hiel. In goedkopere schoenen wordt hiervoor minder goed materiaal gebruikt of ontbreekt de contrefort. Dat is niet goed voor de stabiliteit van de schoen en de drager daarvan.
- De voering van de schoen kan van leer of van kunststof zijn. Leer is beter voor de vochtregulatie.
- Belangrijke aandachtspunten voor de keuze van zolen zijn het profieloppervlak, de profieldiepte, de olie- en zuurbestendigheid, de flexibiliteit, de slijtweerstand en de slipweerstand. Om ongevallen te voorkomen, is een hoge antislipwaarde nuttig. Natuurlijk is de keuze hiervoor afhankelijk van factoren zoals de gladheid of vervuilingsgraad van de vloer waarop wordt gewerkt.

> LEES OOK: Het wat & hoe van PBM